Ondernemer Eddy van Heel leeft al decennialang met de dood op de hielen. Na een covidcoma verkocht hij de aandelen van zijn bedrijf, Prescan. Nu is hij kasteelheer en wijnboer in Frankrijk.
In de schemering van de avond staat Eddy van Heel (1972) op het bordes van zijn château in Prayssac. Hij facetimet met zijn zoon van vier, die in Nederland is. De ondernemer heeft net een dag eerder zijn vrienden uit Almelo, met wie hij opgroeide, uitgewuifd. Ze kwamen zijn nieuwe Franse onderkomen bekijken, in het departement Lot. Dat werd gevierd met wijn en spijzen en uitstapjes naar zijn wijngaarden en het plaatsje Rocamadour.
CV Eddy van Heel
- Geboren 14 december 1972, Enschede
- Opleiding 1985-1991 Middelbare school Canisius, in Almelo
- 1991-1993 Officiersopleiding en hbo verpleegkunde
- 1993-1997 Hogeschool Enschede
- 1997-1999 Post-hbo: management en innovatie
- Loopbaan 1991-1995 Defensie
- 1997-1999 Regiomanager NTN Thuiszorg
- 1999-2003 Directeur ECT Handelmaatschappij, Enschede
- 2003-2024 Oprichter en bestuurder Prescan
- 2005-2022 Directeur Prostate Center Europe, Gronau
- 2011-2019 Mede-oprichter-eigenaar Perfect Health
- 2024 Mede-eigenaar Chateau Camp del Saltre
Eddy van Heel is getrouwd met Lotje en heeft vier kinderen: Florent, Beertje Bo, Pip en Vos.
Met een van zijn jeugdvrienden stak hij in de plaatselijke kerk aldaar een kaarsje op. Van Heel: ‘Voor mijn overleden vader, die net als ik ook militair is geweest. In die kerk moest ik nog denken aan hoe hij altijd uit volle borst meezong tijdens de dienst. We waren protestants. Echt heel hard zong hij. Ik kwam er pas later achter dat in de katholieke kerk veel zachter wordt gezongen.’
Zingt u zelf ook uit volle borst?
‘Nee, als jong knaapje had ik daar niet zo’n zin in. Dat deed mijn vader. Maar ik heb dit weekeinde nog wel wat gezongen met mijn vrienden. De dame die voor ons kookte meende dat ik meer moest gaan doen met mijn stem. Maar mijn stembanden zijn behoorlijk aangedaan na weken met een beademingsbuis in mijn keel. Dus zingen lijkt mij alleen nog weggelegd voor in de badkamer.’
Hij schenkt een glas rode malbecwijn in van zijn wijngaard en serveert kaasjes die hij tijdens het mannenweekeinde is vergeten te presenteren. Vergeten doet hij wel meer sinds hij in 2022 een maand in coma lag door covid. ‘Mijn kortetermijngeheugen wil het nog weleens laten afweten’, vertelt Van Heel. ‘Heb ik nou de tandarts afgebeld? Heb ik mijn prednison geslikt? Nu ik het zeg … Dat moet ik nog doen.’ Zuchtend: ‘Nou ja, hoe dan ook, ik ben blij dat ik er nog ben.’
Eddy van Heel werd bekend als oprichter en eigenaar van Prescan, klinieken voor preventief gezondheidsonderzoek, ook wel een ‘apk-keuring van je lijf’ genoemd. De Twentse ondernemer verkocht onlangs na 22 jaar zijn resterende aandelenbelang in Prescan aan investeringsmaatschappij Reggeborgh.
‘Het hoeft voor mij geen Italiaans design te zijn. Ik wil me gewoon thuis voelen’
De aanleiding om met zijn oom Jan Zantinge Prescan te beginnen was dat er binnen enkele maanden twee mensen in hun omgeving overleden die nog in leven hadden kunnen zijn als ze op tijd waren onderzocht. Het idee ontstond om een persoonlijke check-up in de privésector op te zetten.
Zijn Chateau Camp del Saltre ligt op een elegant 18de-eeuws landgoed in een vallei. Van Heel: ‘Het was totaal verwaarloosd toen mijn oom Jan het in 2002 met twee vrienden kocht.’ Toen een van de partners er twee jaar geleden uit stapte en Van Heel erbij kwam, was net een grote renovatie begonnen. In het bakhuis en het koetshuis waren al negen appartementen gerealiseerd, nu was het kasteel aan de beurt om opgeknapt te worden. Vervolgens werd alles ingericht op gevoel. ‘We kozen de keuken uit bij Ikea en creëerden er een lange bar bij. Oom Jan zocht online naar leuke meubels. Aan de muren hangen vrolijke schilderijen.’
Een keuken van Ikea in een kasteel?
Hij grinnikt: ‘Ja, Ikea maakt prima keukens. Het hoeft voor mij geen Italiaans design te zijn. Ik wil me thuis voelen en een vlek op de bank niet erg vinden.’
Dat klinkt als een gezellige mancave. Is het voor u een commercieel project of houdt u het voor uzelf?
‘Ik ervaar het echt als mijn stekkie, ook al verhuren we het een goed deel van het jaar. Voor bruiloften is dit een geweldige plek, net als voor culinaire avonden en wijnproeverijen. Maar het is ook een fijne locatie voor mensen die gewoon een weekje rust zoeken. Je hoort hier niets.’
Was een kasteel bezitten een jongensdroom?
‘Nee, na mijn covidcoma kwam het op mijn pad. Mijn ergotherapeut raadde me aan een prikkelarme omgeving op te zoeken om mijn kortetermijngeheugen te verbeteren. Door mijn oom kwam ik hier terecht. Het is zó heerlijk om na jaren van keihard werken op deze plek rust te vinden tussen eindeloze wijnvelden. En ik heb in mijn leven nog nooit zulke mooie sterrenhemels gezien.’
Verblijft u hier permanent?
‘Dat niet, nee. Ik heb vier kinderen, van 4, 8, 10 en 19 jaar, en die gaan bijna allemaal nog in Nederland naar school. Ze komen hier ook graag, maar als het op vakantie aankomt houdt mijn vrouw, Lotje, iets meer van Ibiza dan van het Franse platteland.’
Niertransplantatie
Voordat hij Prescan begon werkte Van Heel vier jaar bij Defensie. Hij trad daarmee in de voetsporen van zijn vader, maar de wens om beroepsmilitair te worden liet hij op zeker moment varen. ‘Het ging me tegenstaan dat de strepen op iemands schouder zijn gezag bepaalden en niet zijn leiderschapskwaliteiten. Ook al heb ik er zeker discipline geleerd.’
De Twentenaar koos voor de ‘zachte sector’ en werkte als verpleegkundige. Op zijn 30ste begon hij Prescan, niet wetend dat dit concept ook zijn eigen leven verschillende keren zou redden. Prescan begon in Duitsland, omdat een zorginkoper hem daar koppelde aan een ziekenhuis met gelijke ideeën over preventie in de zorg.
In acht jaar tijd groeide het bedrijf naar 130 medewerkers. ‘Levensredder’, kopten kranten. Toch werd het initiatief niet alom bejubeld. Preventie zou alleen maar kostenverhogend werken voor de zorg, doordat er bij zo’n onderzoek altijd wel iets wordt gevonden. ‘Ik vond die kritiek lastig. Mijn idee komt voort uit een positieve gedachte. Later gingen we juist onze bevindingen delen met academische centra.’
De ondernemer werd zelf een goed voorbeeld van de voordelen van preventief onderzoek, toen hij rond zijn 30ste een check-up deed. ‘Ik viel al jaren regelmatig flauw en mijn urine zag vaak donkerbruin, eigenlijk al sinds ik in mijn jeugd de ziekte van Pfeiffer had gehad. De uroloog in de reguliere zorg kon niets vinden. Toen ik bij ons een check-up deed, kon de internist me binnen een halfuur vertellen dat ik nog maar 25 procent nierfunctie had.’
De ziekte van Berger, luidde de diagnose. ‘Het is een verworven aandoening, waarschijnlijk veroorzaakt door de pfeiffer. Mijn nierfunctie holde achteruit. Toen ik in 2005 steeds zieker werd en op het punt van dialyseren stond, bood mijn vriend Remco Sikkema zijn nier aan ter transplantatie.’ Ontroerd vervolgt hij: ‘Een mooier geschenk bestaat niet. Remco werd op 4 april 2006 geopereerd en na vier uur werd zijn nier, zo groot als een vuist, naar mij gebracht.’ Hij wijst op zijn lies. ‘Daar zit zijn nier nu al achttien jaar tussen mijn bekken. Met ups en downs, want hij vertoont ook weleens afstotingsverschijnselen. Tot nu toe hebben we die met medicatie kunnen verhelpen, maar de vraag is hoelang dit nog mogelijk is.’
Elk jaar houden Van Heel en Sikkema rond 4 april een kidneyweekeinde. ‘De eerste keer, vlak voor mijn transplantatie, gingen we naar New York. Als mensen vroegen waar we vandaan kwamen en we zeiden Nederland, riepen ze: “O, Queen’s Day.” “Nou”, riepen wij dan, “wij vieren kidneyday.”’
Stetson-pet
Van Heel laat zijn wijngaard zien. Hij draagt een groene wollen trui met een mosgroen ruiten gilet erover. De bruine Stetson-pet is zowel in Prayssac als in zijn woonplaats Hengelo kenmerkend voor hem. Zijn kledingstijl is door alles wat hij heeft meegemaakt minder uitbundig geworden. De felgekleurde geruite driedelige pakken met stropdas, die hij in zijn tijd als ceo droeg, heeft hij ingeruild voor een stijl à la Olivier B. Bommel. De stropdas is verdwenen, de ruit is nu in gedempter groen.
Vorig jaar kochten hij en oom Jan Zantinge de wijngaarden van hun buren. Van Heel: ‘Die familie maakt al sinds generaties malbec en chardonnay. Ze zijn op leeftijd en waren op zoek naar een partij om het wijnhuis over te nemen. Jan en ik hadden daar wel oren naar, ook omdat de wijngaarden vroeger bij het kasteel hoorden.’
U werd wijnboer zonder enige kennis van wijn maken?
‘Ze blijven ons de komende tijd ondersteunen. Mijn zwager besloot met zijn vrouw hier te komen wonen om het ambacht van wijnmaker te ontwikkelen in samenwerking met een zeer ervaren oenoloog.’
Van Heel investeerde in persmachines, koelingen en nieuwe houten vaten, omdat hij graag wilde innoveren. ‘Hier in de Cahors worden prachtige wijnen gemaakt. Ik vind het eervol om dat zo te houden en wellicht nog verder te verbeteren.’
Hij kijkt naar de flessen in de winkel en vindt dat de etiketten te hoog op de fles zijn geplakt. De wijn proeft hij als een kenner: hij walst, snuift en laat de tannines op zijn tong dalen. Met zichtbaar plezier is de nieuwbakken wijnboer hier op z’n plek.
Negen levens
Een kat heeft negen levens, Van Heel zit er niet ver vandaan. In 2018 spreekt hij met een vriend af om een bodyscan te doen. Niet op zijn initiatief. De vriend vindt het nogal eng. Vandaar dat Van Heel meegaat en ook maar meteen een plek heeft besproken. Op de dag van de afspraak belt de vriend af. ‘Ik had het hartstikke druk en dacht: zal ik linksaf naar de kliniek gaan of rechtsaf naar mijn werk? Maar ik vond het lullig om niet op te komen dagen.’
Na de bodyscan blijkt dat hij op een van zijn twee niet functionerende nieren (ze zijn er nooit uit gehaald, de donornier kwam op een andere plek te zitten) een kwaadaardig kleincellig niercelcarcinoom heeft. Waarbij wordt meegedeeld dat, als er uitzaaiingen zijn, zijn overlevingskans na vijf jaar zeer gering is. ‘Ik wist dat er een verhoogde kans was op een tumor door de afstootmedicatie, die kankerverwekkend is en het immuunsysteem sterk onderdrukt. Gelukkig was ik er bijtijds bij en waren er geen uitzaaiingen. En voilà, zes jaar later leef ik nog.’
En dan krijgt u in januari 2022 covid.
‘Ja, elf dagen na de positieve test werd ik opgenomen omdat het de verkeerde kant opging. Ik was kortademig. Na twee dagen werd ik ontslagen, maar beter ging het niet. ’s Avonds lag ik buiten om meer lucht te krijgen. Ik luisterde naar het nieuwe album van Thom Yorke, van Radiohead.’
‘Mijn vrouw, Lotje, zei: “Dit gaat niet goed, je moet naar het ziekenhuis. Ik terug naar het ziekenhuis in Enschede. Die nacht stierf een man naast mij, naast wie ik eerder ook had gelegen. Door zuurstoftekort was ik er niet meer goed bij. Ik liet Lotje weten welke zaken er nog moesten worden geregeld. Een rekening, de hypotheek, enzovoort.’
Hij pauzeert om tranen toe te laten. ‘De laatste keer dat ik mijn vrouw en mijn oudste zoon, Florent, zag, kreeg ik bijna geen lucht meer en was doordrenkt met zweet. Ik vertelde Florent dat, als ik er niet meer zou zijn, hij moest beloven dat hij vertrouwen in zichzelf hield. Ik kuste Lotje. Toen ze weg waren verslikte ik me in een hap vla en was de kans groot dat ik zou stikken. Daarop zei de intensivist: “Meneer van Heel, we gaan u nu onder zeil brengen.”’
De weken erna gebeurde er van alles: een klaplong, een ontsteking van de hartspier, een resistente bacterie waardoor hij meer dan 41 graden koorts kreeg en het falen van meerdere organen. ‘Ik was opgeblazen als een michelinmannetje en zó wit. Ik lag op het randje van de dood. In mijn coma kreeg ik de raarste hallucinaties. Zo heb ik mijn eigen begrafenis gezien. Ik hing met allerlei draden om me heen aan een haak in het mortuarium van het ziekenhuis en zag door een kijkgat in de muur Lotje gesluierd en mijn broer, beiden huilend terugkomend van mijn begrafenis. Waar ik eerder dacht dat ik nog leefde, gaf dat beeld me zó’n wanhopig gevoel. Ik was dus dood en zou hier de komende jaren moeten hangen. Toen hoorde ik mezelf zeggen: ik ben verdomme Eddy van Heel, ik kom hieruit. En beet toen alle draden om me heen door. Bleek ik in het echt op de ic mijn beademingsbuis te hebben doorgebeten.’
Van Heel is ervan overtuigd dat zijn militaire opleiding er mede voor heeft gezorgd dat hij zijn covidcoma overleefde. ‘Ik heb daar geleerd dat als je denkt dat je niet meer kunt, er minstens nog 50 procent bij kan. Ik vermoed dat ik dat onbewust zo heb ervaren.’
‘Het gaat slechter met me als ik het druk heb. Ik ben denk ik de oude Eddy, maar dan met gebreken’
Hoe was u eraan toe toen u ontwaakte?
‘Voor mijn familie was ik onherkenbaar. Ik was 17 kilo afgevallen, had een enorme baard van een maand, holle ogen. Ik kon niet praten, niet lopen, niets bewegen. De eerste pas die ik heb gezet was acht weken later, in het revalidatiecentrum.’
Hoelang duurde het voordat u weer iets van de oude Eddy terugzag?
‘Ik heb als een klein kind gehuild van geluk toen ik na zes weken washandjes voor het eerst weer onder de douche kon, zittend op een postoel. Ik ben een echte badderaar. Dat je zó gelukkig kunt worden van zo’n warme douche …’
U kon niet langer ceo van Prescan blijven.
‘Het was mijn doel om gewoon terug te komen als directeur, maar het werd al snel duidelijk dat dat niet meer ging. In het begin dacht ik echt dat ik alzheimer had. Reed ik in mijn auto, moest ik mijn vrouw bellen: waar ik naartoe moest. “Je dochter van school ophalen.” Toen ben ik wel in een gat gevallen. Ik had altijd maatschappelijk betekenis gehad, ik had een missie, ik was een verbinder en ineens was ik nutteloos. Zat ik naar een telefoon te kijken die niet meer ging.’
Hoe kreeg u nieuwe inzichten?
‘Ik ben in traumatherapie gegaan om mijn coma te verwerken en een arbeidsdeskundige hielp me het afscheid te verwerken van het leven dat ik had geleid. Hij zei: “De kans dat je terugkomt is heel klein, dus je moet aan de slag gaan met nieuwe doelen.” Lotje hielp ook door te zeggen dat ze van me hield en dat we hebben wat we nodig hebben, en dat is elkaar.’
En nu?
Hij grinnikt. ‘Ik drink thee en praat met mijn vrouw. Ik breng mijn dochter naar paardrijden en blijf kijken hoe ze het doet. En dan zwaai ik naar haar zoals ik vroeger deed als ze in de draaimolen zat. Dat voelt best lekker. Met kinderen van 4, 8 en 10 kan ik mijn dag wel vullen, maar verder plan ik niet veel. Het gaat slechter met me als ik het druk heb. Ik ben de oude Eddy, maar dan met gebreken.’
En bevalt dat?
‘Ik ben, denk ik, een betere versie van mezelf geworden. Rustiger, nog wel een pleaser, maar ook iemand die heeft ontdekt dat er meer is in het leven dan Prescan. Als ondernemer ben je altijd vooruit aan het plannen. Ik leer eindelijk in het nu te leven en moet accepteren dat ik fysiek niet meer de oude word. Mijn nieren zullen eerder slechter worden dan beter, mijn longen zijn stabiel maar minder goed, mijn hart is onder controle. Ik kan wel gaan lopen zeuren, maar ik moet gewoon ongelooflijk blij zijn dat ik leef. Ik kijk er graag op die manier naar.’
Later die middag gaat Van Heel naar een oude eik midden in zijn wijngaard. Zijn lievelingsplekje. Op een klapstoeltje met een boek van Ilja Gort over wijn. ‘Ik lig in een deuk door hoe Gort over de Fransen praat. En ik ben benieuwd hoe hij als wijnmaker keuzes maakt.’ De vogels kwetteren, de zon schijnt en er valt schaduw over de vallei. Dan zegt hij: ‘Elke dag dat ik leef is pure winst.’
Bron: FD
Fotografie: Oof Verschuren